Wij ging met de klas naar het Scapino ballet in Rotterdam. De 1e workshop vond plaats in een studio. De workshop heette ‘Urban versus Modern.’ Wij moesten eerst een warming-up doen met wat rek en strek oefeningen. Daarna konden we even wat drinken en gingen we echt beginnen met dansen. De dans ging op een best snel liedje. We gingen eerst acht tellen leren en die na doen en vaak herhalen. Het eerste deel was nog wel te doen, maar daarna deden we de tweede acht tellen. Dat ging nog sneller en was wel een beetje moeilijker. We werden daarna in vier groepen opgedeeld en we moesten om de beurt (wat we tot dat moment hadden geleerd) twee keer de dans doen in je groepje van vier. De rest van de klas keek toe. De eerste keer dat je de dans deed danste de degene die de leiding had nog mee, maar de tweede keer niet. Dat was moeilijker, want je had maar heel kort de tijd gehad om de dans onder de knie te krijgen. Daarna leerden we nog acht tellen en deden we het weer op deze manier. Toen moest je in je groepje een dans verzinnen van de danspassen die je daarvoor had geleerd, maar dan in een andere volgorde. Dat was nog niet heel moeilijk, maar toen kreeg iedereen een afwijking. Er waren vier afwijkingen voor elk groepje een. Dit waren de afwijkingen: - Je mocht je handen niet gebruiken tijdens het dansen - Je mocht met je voeten niet van de grond af tijdens het dansen - Je mocht niet met je lichaam heel hoog komen en moest daardoor de hele dans bukken - Je mocht niet naar links of rechts je handen doen Wij hadden het laatste we mochten onze handen niet naar links of rechts doen. Toen werd het nog moeilijker, want we hadden de hele tijd op snelle muziek gedanst, maar toen moest je opeens op hele langzame muziek gaan dansen. Alle vier de groepen moesten na elkaar dit opvoeren en je moest elkaar feedback geven. Daarna kregen we weer even pauze. Ik vond dit een redelijk leuke workshop, want je mocht dingen zelf verzinnen en je aan het best wel veel vrijheid. Ik vond het wat minder leuk om te dansen voor heel de klas terwijl je maar heel kort had geoefend.

Na de pauze van tien minuten hadden we de volgende workshop. Die workshop heette ‘iconen van de dans’. We gingen eerst wat dingen bespreken met die man en die vertelde ons wat dingen hoe de dag van een danser er uit zag namelijk kort samengevat zo: - Vroeg in de ochtend trainen - Middagpauze - Dansen en repeteren tot eind de middag - Slapen en eten in de bus richting een voorstelling - Voorstelling geven - Rond tien uur ’s avonds weer in de bus naar huis en in de bus weer eten en slapen. We bespraken ook nog wat dingen over hoe je kon dansen dat het niet te actief moest zijn. Toen gingen we dansen. De jongens kregen een andere dans dan de meiden. De jongens en de meiden moesten allebei de koningin groette als een baron. De jongens moesten dit doen door te buigen en tegelijkertijd je hoed af te nemen. De meiden moesten ook buigen, maar op een andere manier. Daarna moest je een klok dansend na doen. Je moest de wijzers met handen uitbeelden die steeds sneller gingen. Je moest daarna duo’s vormen en terwijl persoon 1 de klok met de wijzers nadeed moest persoon 2 op het hoogste punt van persoon 1 diegene een beetje optillen zodat diegene langer in de lucht bleef. Toen dit klaar was deden we nog een cooling down. Met wat rek en strek oefeningen zodat we geen spierpijn zouden krijgen. Ik vond deze workshop niet leuk, want het was veel klassiek ballet en ik vond het heel raar dat je een klok na moest doen en dat iemand je een beetje optilde. Ik vond dit niet zo leuk om te doen en vond de eerste workshop leuker. Daarna gingen we weer naar school en waren we de tijd van het achtste weer op school.